Tentenverhuur omgeving Rijssen

Voor de beste tentverhuur in de regio Rijssen kiest u voor ’t Bockje in Bathmen. Wij verhuren partytenten van verschillende afmetingen voor allerlei verschillende feesten.

 Al 15 jaar is het bedrijf van de familie Elmerink het adres als u iets te vieren heeft.

 Alles voor een mooi feest De tentverhuur van ’t Bockje in Bathmen (in de buurt van Deventer) is zeer omvangrijk.

 Wij beschikken over een groot aantal eigen tenten tot maximaal 10 meter breed.

 Daarnaast kunt u ook evenementenhallen huren via ons, die dan door een collega tentenbouwer wordt geleverd.

 Zo kan uw bruiloftsfeest, beurs, festival of een andere speciale gebeurtenis altijd doorgang vinden.

Tentverhuur Holten

Wij verzorgen niet alleen tentverhuur, maar u kunt bij ons ook terecht voor drank (via onze slijterij of in onze webwinkel), uitstekende buffetten of bijvoorbeeld verlichting, verwarming en luxe toiletunits.

 Bovendien bieden wij u de gelegenheid om uw feest bij ons in onze kelder te vieren. Wij bieden hier ruimte aan groepen van maximaal 175 personen.

 Contact:

 Heeft u nog vragen over de tentverhuur van ons bedrijf in de omgeving van Rijssen?

Neem dan meteen contact met ons op. U kunt ons telefonisch bereiken via:

 0570-541278 of stuur een e-mail naar: info@bockje.nl.

 U kunt ook ons online informatieformulier invullen.

Rijssen
Plaats in Nederland Vlag van Nederland
Vlag van Rijssen Wapen van Rijssen
(Details) (Details)
 

Rijssen

Rijssen

 

Situering
Provincie Vlag Overijssel Overijssel
Gemeente Rijssen-Holten
Coördinaten 52° 19′ NB, 6° 31′ OL
Algemeen
Oppervlakte 28,06 km²
Inwoners (1 januari 2014) 28.768 (1025 inw/km²)[1]
Overig
Stadsrechten Ja
Website rijssen-holten.nl
Portaal  Portaalicoon Nederland

Topografisch kaartbeeld van Rijssen, dec. 2014.

Kaart van het oude centrum van Rijssen

Rijssen (Nedersaksisch: Riesn) is een stad in de gemeente Rijssen-Holten en ligt in de Nederlandse provincie Overijssel, tussen Deventer en Almelo. De stad telde op 1 januari 2014 28.768 inwoners en is 2.806 hectare groot.

Geschiedenis

Rijssen en zijn oudste geschiedenis

De oudste vermelding van Rijssen is in de goederenlijst van de graaf van Dale (1188), waarin de parrochia Risnen wordt genoemd. De huidige protestantse Schildkerk, toen Sint-Dionysiuskerk, vormde het centrum van dit kerspel Risnen. De wording van dorp tot stad vond plaats doordat Otto van Holland, bisschop van Utrecht, onenigheid had met zijn leenman, de burggraaf van Goor. Deze werd in zijn burcht Goor te machtig. De bisschop wilde deze macht breken en verleende aan het dorp Rijssen reeds op 5 mei 1243 stadsrechten. Deze rechten hielden in dat de stad Rijssen twee jaarmarkten mocht houden en twee weekmarkten. De stad kreeg ook het recht om zich te verdedigen, wat Rijssen deed door het aanleggen van wallen en grachten. Namen als Walstraat en Huttenwal herinneren hieraan. Het stadsrecht van Rijssen appelleert aan het stadsrecht van Deventer. Net als Deventer trad Rijssen omstreeks 1350 toe tot de Hanze.

De stad bezat ook het recht van een Hoge Bank, dat wil zeggen de hoge rechtbank voor het richterambt Kedingen dat tot aan de Franse tijd heeft bestaan. Hierover zijn meerdere disputen gehouden tussen de stad Goor en de stad Rijssen, om te besluiten wie dit recht mocht bezitten. Rijssen bestuurde het recht over de zogenaamde Rijssense Kwartieren: Hoge Hexel, Wierden, Rectum, Ypelo, Enter, Notter, Zuna en Elsen. Rijssen had drie stadspoorten: de Molenpoort, de Elsenerpoort en de Haarpoort. ’s Avonds werd de avondklok geluid ten teken dat de poorten werden gesloten, een traditie die nog steeds in ere wordt gehouden. De toegang naar het zuiden werd extra bewaakt door de Holtentoren (houten toren) op de Koerbelt. Een verdere verdediging was niet nodig omdat de stad aan de andere zijden was omringd door waterrijke en moerassige gebieden.

Stadsbestuur

Rijssen had een stadsbestuur en zes burgemeesters. Deze waren tegelijkertijd schepen en raad. Het college van burgemeesters koos zijn maandschepenen. De schepenen vormden voor vier maanden van het jaar een vast koppel. Als de periode verstreken was, kwam het volgende koppel aan de beurt. Het taakbeleid van de schepenen in Rijssen was zeer veelzijdig. Ze hielden zich ook bezig met de oneigenlijke rechtspraak. Dat hield het opmaken en registreren van akten in. Bijzonder is dat de schepenen van Rijssen zich gedroegen als markerichters en gewaarden. Ondanks dat Rijssen een stad was, is er naast de stad ook sprake van de marke Rijssen; dat is dat deel dat buiten het stads wigbold ligt.

De stad Rijssen was later na de 18e eeuw onderverdeeld in zes kwartieren van samen 12 rotten. De rotten of wijken in Rijssen bestonden grotendeels uit de oudste straten. Daarvoor was ze alleen onderverdeeld in rotten. De nu nog bekende rotten zijn: Het Schild, Haarstraat, Elsenerstraat, Bouwstraat, Walstraat, Rozengaarde, Grotestraat, Boomkamp, Huttenwal. Het gebied rondom Rijssen werd markegrond genoemd. Langzaam werd dit door de stad opgeslokt en ging dit tot het buitenrot behoren. In de 18e eeuw bestond Rijssen uit twaalf rotten en één buitenrot. Het buitenrot telde voor de verkiezing niet mee. Dit had te maken met dat het markegrond was en buiten het stadswigbold viel. In elk kwartier mocht de bevolking twee mensen kiezen voor de keur. In totaal waren er derhalve twaalf mensen van wie er uiteindelijk zes overbleven; die zes vormden de Rijssense regering.

Reformatie

De resolutie van 1598, die ervoor moest zorgen dat de reformatie doorgang kon vinden, bleek weinig uit te halen. Van 1601 tot 1628 probeerde de classis van Deventer grote druk uit te oefenen om de reformatie door te zetten. De tijd was de katholieken goedgezind; omdat Spinola Oldenzaal veroverde, werd heel Twente weer katholiek. De magistraat van Rijssen luisterde niet naar de classis van Deventer en ook de oude pastoor Rutgerus Braemcamp oefende na afzetting het priesterambt weer uit en celebreerde nog soms de katholieke mis voor de gelovigen. De classis verbood alle soorten van zogenaamde paapse afgoderij. De grotendeels nog katholiekgezinde bevolking die ook op bedevaart ging naar het Heilige Bloedhuis in de Martinuskerk (Markelo) waar een reliek van het Heilige Bloed werd bewaard, werd onder druk op straffe van grote geldboetes gedwongen om niet deel te nemen aan deze “paapse” (rooms-katholieke) gewoonten. De periode na pastoor Braemcamp bleef woelig en Rijssen bleef voor de classis van Deventer een stad met een tegendraadse bevolking die aanvankelijk niet luisterde naar de orthodox-calvinistische protestantse classis. In latere jaren zou echter het protestantisme in Rijssen meer en meer de boventoon gaan voeren; het thans zo kenmerkende uiterst protestantse en bevindelijk-gereformeerde karakter der stad Rijssen vinden echter hun oorsprong pas in de 18e en 19e eeuw.

Plundering en oorlog

De oudste bekende plundering is die van 1497 door Hendrik V van Wisch, een bannerheer van kasteel Wisch uit het Hertogdom Gelre. De stad was weerloos en kon niet voorkomen dat ze werd geplunderd. In 1510 wilde Karel van Gelre Rijssen plunderen. Deze plundering kon door het afdragen van een afkoopsom door het stadsregering worden voorkomen. In 1517 probeerde Karel van Gelre nog een keer tot plundering over te gaan. In de periode 1580-84 ondervond Rijssen de meeste hinder van de Tachtigjarige Oorlog. Doordat Deventer in Staatse handen en Oldenzaal in Spaanse handen bleef, kwam het op de grens tussen deze gebieden tot schermutselingen. Rijssen werd in 1583 in brand gezet. In 1584 kwamen Engelse en Duitse huurlingen, die officieel in dienst waren van het Staatse leger, naar de stad. Zij gijzelden inwoners van de stad en met dreigementen persten ze de bevolking 2100 Carolus gulden af. De toenmalige bisschop van Münster, Bernhard von Galen, ook wel “Bommen Berend” genaamd, plunderde de stad Rijssen tweemaal; de eerste keer direct na de jaarwisseling in 1666, de tweede keer volgde in 1672.

Industriële periode[bewerken]

In 1750 werd aan de Regge de huidige Pelmolen Ter Horst (olie- en pelmolen) gebouwd door de Rijssense familie Ter Horst. In de 19e eeuw ging de opkomst van de textielindustrie in Twente aan Rijssen niet voorbij. De Koninklijke Jutespinnerijen en -weverijen vanTer Horst & Co bepaalden meer dan 125 jaar de economie van de Reggestad. Naast de jute-industrie bezat Rijssen een aantal steenbakkerijen. De laatste steenfabriek is in 2007 gesloten. In 1888 werd Rijssen ontsloten door de spoorlijn Deventer – Almelo en kreeg een stationsgebouw, Station Rijssen. In 1924 eindigde de scheepvaart van zompen op de Regge.

In de nacht van 25 op 26 maart 1945 werd Rijssen door een ramp getroffen. Ds. Lamain van de gereformeerde gemeente zou die avond vanaf de kansel gezegd hebben dat er iets ernstigs zou gaan gebeuren. ‘Er zijn mensen in de kerk voor wie het de laatste keer is dat ze er zijn geweest’. Enkele uren later werden deze woorden bewaarheid. Een V1 stortte neer waarbij 9 mensen om het leven kwamen. Een uit Duitsland terugkerend Engels vliegtuig gooide een bom op de plaats van de vlammenzee, waardoor nog meer slachtoffers vielen. In totaal kwamen bij deze ramp 23 mensen om het leven.[2]

Na de teloorgang van de jute-industrie in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw ontstond in Rijssen een bloeiende bouwnijverheid en transportsector. In 2001 werd de gemeente Rijssen samengevoegd met de Sallandse gemeente Holten. De stad behoort tot de regio Twente en wordt wel de Poort van Twente genoemd.